De permanente verhoging van onze levensstandaard gaat gepaard met een toenemend handelsverkeer. Dat leidt op zijn beurt weer tot een stijging van het aantal administratieve documenten, in de eerste plaats van facturen. In België worden jaarlijks 1 miljard facturen uitgewisseld. De automatische verwerking van die facturen zou per jaar zowat 3,5 miljard euro kunnen opleveren. Dat is dus een belangrijke inzet.
Een dergelijke veralgemening van e-facturatie is slechts mogelijk als het aanbod aan IT-producten en IT-diensten aanzienlijk evolueert, wat op zijn beurt afhangt van voldoende vraag om de noodzakelijke investeringen te rechtvaardigen. Kortom, de veralgemening van e-facturatie is een complexe maar tegelijk veelbelovende uitdaging.
Alle Belgische overheidsniveaus samen vertegenwoordigen 16% van het BBP. Ze onderhandelen met een uiterst grote groep economische actoren. Ze worden dus als eerste getroffen door het gebrek aan harmonisatie en standaardisatie van de bestaande e-facturatieoplossingen. Ze hebben dus zowel de motivatie als de middelen om de leveranciers van informaticaproducten en -diensten aan te sporen om met hun aanbod de veralgemening van e-facturatie te bevorderen. Ze zouden er elk jaar 1 miljard euro bij winnen.
In dat kader werken de verschillende overheidsniveaus sinds 2012 samen om maatregelen te implementeren ter bevordering van de veralgemening van e-facturatie. Op federaal niveau situeert e-facturatie zich in het luik "digitale economie" van het "Digital Belgium" plan van minister De Croo. In nauwe samenwerking met de minister en met de andere administraties, en na een proeffase in 2013-2014, heeft het Digital Transformation Office (DTO) van de Federal Overheidsdienst Beleid & Ondersteuning (BOSA), dat de IT-aspecten van het dossier moet onderzoeken, gewezen op het bestaan van een interoperabiliteitsframework (PEPPOL). Daarmee zou de veralgemening binnen een redelijke termijn mogelijk kunnen worden. Deze dienst leidt een sensibiliseringsprogramma dat zich richt tot verschillende doelgroepen, met voorop de informaticasector en overheden, en heeft tot doel om die groepen ertoe te brengen zich eveneens bij dat framework aan te sluiten. Meer informatie over het PEPPOL-framework en het gebruik ervan in de Belgische context vind je op de pagina van de Belgische PEPPOL-autoriteit (momenteel alleen in het Engels beschikbaar).
Mercurius is een fundamenteel onderdeel van het programma. Mercurius is een uitwisselingsplatform “business to government”. Het garandeert een uniforme interface voor elke e-facturatie van de bedrijven naar de administraties, op alle overheidsniveaus. Dankzij zijn perfecte afstemming met het PEPPOL-framework kan elk bedrijf dat naar de overheden kan e-factureren eender welke andere (privé)klant rechtstreeks e-factureren zodra dat framework een vaste waarde zal zijn geworden. Het beschikt over een portaal, om er in de eerste plaats voor te zorgen dat elk bedrijf met absolute betrouwbaarheid de afhandeling en verwerking van zijn e-facturen naar alle administraties centraal kan opvolgen. Bovendien kunnen leveranciers, die nog niet de aangepaste IT-apparatuur hebben, hun facturen indienen via een formulier op het portaal – tot dat ze wel over de nodige apparatuur beschikken. Meer informatie over Mercurius vind je op de homepage van het Mercuriusportaal . Je vindt er ook vele links naar andere relevante informatiebronnen.
Op 19 april 2019 treedt richtlijn2014/55/EU in werking. Die verplicht de overheden om elke e-factuur te ontvangen conform de Europese norm die het Europees Comité voor Normalisatie heeft ontwikkeld. Die verplichting ligt in de lijn van het hierboven beschreven nationale beleid. Dankzij het Mercuriusplatform kunnen de overheden de technische problemen die uit die verplichting kunnen voortvloeien, beperken. Momenteel wordt de richtlijn in Belgisch recht omgezet.
